25-04-2
Over Koffie
Wat gebeurt er in je lijf als je koffiedrinkt?
De cafeïne in koffie geeft eigenlijk een flinke stressreactie: je bloeddruk stijgt. Om die bloeddrukstijging tegen te gaan, gaat je lichaam het ritme van je hartslag vertragen. En het stresshormoon adrenaline komt vrij, waardoor je handen kunnen gaan trillen. Dat is dezelfde adrenaline die voor een schrikreactie zorgt als er ’s nachts onderweg naar het toilet opeens iemand voor je neus staat. Je schrikt en wordt er alert van. Ten slotte maakt cafeïne dat je je beter kunt concentreren. Dat komt doordat cafeïne in je hersenen het stofje adenosine (dat een rol speelt in de slaapregulatie, red.) remt. Er is veel onderzoek dat laat zien dat je na een kop koffie beter presteert dan vóór de koffie. Je wordt bijvoorbeeld beter in sommetjes maken.
Geldt dat voor iedereen?
Ja, eigenlijk wel. Dat neemt niet weg dat er individuele verschillen zijn in de reactie op koffie. Veel onderzoek naar wat cafeïne in je lijf doet, is gedaan bij mensen die geen of weinig koffiedrinken. Maar dat geeft geen goed beeld van de werkelijkheid. Want als je vaker koffie neemt, raak je eraan gewend. Dat noemt men tolerantie. Door die gewenning verdwijnt ook de stressreactie, inclusief de betere concentratie.

Halfwaardetijd
Er zijn wel grote verschillen in hoe snel mensen cafeïne afbreken. Sommigen zijn de cafeïne na twee uur al voor de helft kwijt, terwijl diezelfde hoeveelheid afbraak bij anderen wel twaalf uur duurt. Als je cafeïne snel afbreekt, word je minder snel tolerant omdat je dan vanzelf cafeïnevrije perioden doormaakt (bijvoorbeeld de nacht). Na zo’n periode krijg je bij een volgende kop koffie steeds weer die stressreactie. Die stress is dan wel minder dan bij iemand die helemaal nooit koffiedrinkt, want er blijft altijd wel wat cafeïne in je lijf. Iemand die cafeïne langzaam afbreekt, heeft langer en meer cafeïne in zijn bloed en daarmee ook meer gewenning. Misschien dat 10 tot 20 procent van de mensen het supersnel afbreekt, maar de meeste mensen zitten ergens tussen die twee en die twaalf uur in om de helft van de cafeïne af te breken. Na nog eens tussen de twee en twaalf uur ben je nog een keer de helft kwijt, en zo gaat dat door. Die afbraaksnelheid heet halfwaardetijd en is genetisch bepaald.”
Welke invloed heeft dat op je slaap?
Stel: je breekt cafeïne snel af. Als je ’s ochtends om negen uur koffiedrinkt, ben je de cafeïne
’s avonds grotendeels weer kwijt. Drink je om negen uur ’ s avonds weer een kop koffie, dan krijg je opnieuw een stressreactie. Maar ben je een langzame metaboliseerder, zoals we dat noemen, dan blijft cafeïne lang in je lichaam. Als je
‘s avonds koffiedrinkt, krijg je vanwege de gewenning geen stressreactie, omdat de ochtendkoffie nog in je bloed zit. Langzame metaboliseerders zullen daarom geen problemen hebben met in slaap vallen, terwijl de snelle afbrekers juist wakker liggen door de stressreactie als ze ’s avonds koffiedrinken.
Mijn ervaring.
En dat klopt dan wel weer met mijn ervaring, tot nu toe: ik slaap minder goed, als ik zo vaak naar het toilet moet. Als ik minder vaak naar het toilet hoef, slaap ik beter door...
En misschien is het toeval, en komt het toch door de hogere dosis levodopa, dat ik beter doorslaap... ??
De tijd zal het leren!