SN 08.2A.28H-4
Jacobus de Nooij en An Snoek 08.2A.28A
In het boek van zoon Johan zijn vele pagina's gevuld over zijn ouders. Uiteraard neem ik niet alles over, en aan verffabriek Macostan wil ik tzt aparte pagina's wijden, maar een aantal verhalen over dit echtpaar neem ik toch wel graag over!
uit het boek: Johan de Nooij - Het geslacht De Nooij in de Gelderse Vallei en Veluwezoom, 2021
Als ik (Johan) Vader Ko zou moeten typeren: eerlijk, recht-door-zee, weinig tact, bemoeizuchtig, een techneut en bèta-man met minder taalgevoel (maar hij kon wél goed schrijven), gezagsgetrouw, ondernemer, niet erg pedagogisch (hij had nogal losse handjes!), energiek, inspirerend, dynamisch, vroeger een kort lontje; ik denk na broer Piet "de beste van het hok". Hij was een kei van een vent, maar als vader schoot hij ook wel wat tekort o.a. mede vanwege zijn tijdrovende bemoeienis met zeer vete maatschappelijke activiteiten, die hem in 1967 dan wél de Ridderorde van Oranje Nassau zouden opleveren, maar e.e.a. ging ten koste van zijn taak als gezinshoofd.
0-12 iaar. 1897-±1910 (begin t/m lagere school)
Tijdens een strenge winter werd op zondag 10 januari 1897 's ochtend om 3.45u Jacobus (Ko) de Nooij geboren, vernoemd naar tante Koosje (Jacoba Doornebal, Doorn, halfzuster van moeder Maria), op Torenstraat 5 te Ede. Hij was het 10e kind en de 6e zoon van Willem de Nooij (meester schilder) en Maria Doornebal (huisvrouw).
28 jan. 1897 overlijdt zijn grootmoeder Willemina Overeem (#13-5-1831, hertrouwd met Gerrit van Raaij), de weduwe van Zwerus.
23-2-1899, Anna Neeltje Gerredina Snoek wordt in Gorinchem geboren, met wie Ko op 31-1-23 in het huwelijk zal treden. Haar vader is Johannes Martinus Snoek (Gorcum, 28-11-1864 -fr 19-8-1909) en haar moeder Jannigje de Kool (Bolnes, 9-3-1864 -28-8-1938).
*************
Als klein jongetje ging Ko wel eens logeren bij familie Ensink (?) in Arnhem en aan het eind van de dag gaven ze hem dan "als pakje" met de bodedienst mee terug naar Ede. Dat paard kende de weg precies en de voerman zat gewoon te slapen op de bok. Als het paard in het donker op de markt in Ede dan met een schok stil hield, schrok de voerman wakker en werd Kootje uit de wagen getild door vader Willem, die hem stond op te wachten.
**********
1905 Ko en (Jan Willem) Wim waren maatjes (óók tot op hoge leeftijd), haalden altijd samen kattenkwaad uit en lagen in één bed te slapen. Op dezelfde kamer lagen er nog een paar van dit grote gezin, o.a. Hendrik. Hendrik plaste nog weleens in bed en daar werd hij ook mee gepest. Op een bepaalde ochtend - vroeg - hebben Ko (of Wim) bij slapende Hendrik (die toevallig eens droog was!) in bed geplast en daarna sloegen de broertjes alarm, "dat het zo stonk". Kreeg arme Hendrik weer op zijn donder!
************
19-8-1909 overlijdt Anna's vader Johannes Martinus Snoek in Gorkum. Zij is dan pas 10j oud In dit jaar worden ook (voor het eerst!) de klokken gelijk gezet in Europa.
12-26 jaar. ±1911-1923 (vanaf ambachtschool tot trouwen)
Van de lagere school is weinig van overlevering bekend. Er zitten nog wel rapporten van Ko in het familiearchief, waaruit blijkt dat hij een prima leerling was. Na het Lager Onderwijs ging Ko naar de ambachtschool in Arnhem om schilder- en tekenonderwijs te volgen. Diploma behaald in 1912. 's Winters met de trein heen en weer en 's zomers fietsen (2x18 km). Na de ambachtschool aan het werk bij vader Willem en 's avonds weer naar Arnhem voor de acte tekenen, die hij in 1914 haalde. Als dan de carbidlantaarn van de fiets de geest gaf, reed hij op de gok, kijkend naar de sterren tussen de toppen van de beukenbomen van de Arnhemseweg naar huis. En dat ging nogal eens mis!
's Winters zat Ko in het Volkskoffiehuis te wachten op de trein en keek hoe andere reizigers schaak speelden. Hij leerde het spel zo goed, dat hij al als jochie van menig volwassene won. Zoon Johan kon later maar zelden van hem winnen!
*********
1914-'18: Mobilisatie, en W.O. l raast over Europa. Nederland blijft neutraal, maar Ko wordt wel gemobiliseerd en gelegerd op de Grebbeberg, in Ouwehands Dierenpark. Met hondentractie worden de mitrailleurs in stelling gezet en de kanonnen m.b.v. paarden. Om e.e.a. sneller te laten verlopen, "leent" hij een White vrachtwagen van houthandel Tulp uit Ede (Ko was levenslang bevriend met Jan Tulp) en klaart de klus in een kwart van de tijd, wat hem op een uitbrander van een oudere officier komt te staan, die nog in "oude pk's" denkt.
Na de oorlog boden ze Ko een officiersrang aan, maar hij antwoordde: nee, ik ga bij mijn broers in het vrije bedrijf. Broer Piet had hem desgevraagd geadviseerd: "Jij bent toch zeker geen kooivogel!”
1916-1920: op de Ginkelse Hei komt een vluchtoord voor de uit Antwerpen gevluchte Belgen en Ko helpt mee in de vrieskou om 14.000 ruitjes te zetten, want natuurlijk was dit werk gegund aan Schildersbedrijf W. de Nooij & Zn. Eerst ramen zetten aan de windkant, zodat de Belgen er vast in konden.
Zo nam Ko ook deel aan het onderhoud van het psychiatrisch centrum in Wolfheze, dat vader Willem al in 1909 had helpen opleveren: maandagochtend ging het personeel met de handkar er naar toe lopen (15km), bleef de hele week daar en zaterdagmiddag gingen ze weer terug naar Ede, zodat men tenminste op zondag tijdig ter kerke kon.
In het voorjaar en 's zomers draaide men werkweken van tenminste 68 uur (5x12 + 1x8u)! 's Winters had men weinig te doen en begon men verf te maken voor eigen gebruik en de verkoop. Daartoe koopt Ko een Deutz gasmotor van 1 pk om het zware maalwerk aan te drijven.
1818: einde eerste werledoorlog.
November 1919: In deze onzekere tijd wordt aan de Grotestraat in Ede Verffabriek "Macostan" opgericht vanuit Schildersbedrijf W. de Nooij en Zn. door de broers Piet
(8.2) en Zwerus (8.4). Ko koopt zich later (1923?) in bij zijn broers. Toen dat besproken werd, vroeg de 16j oudere broer Piet: "zul je dan hard werken, Ko?", waarop deze antwoordde: "ik kan niet harder, vent!". En het was beklonken De eerste knechts waren Siem Wisse en Teus Bokschoten, die er het 40-j jubileum nog heeft gehaald.
later ga ik hier mee verder