2024-10-4
Cardiologie
Op 11 juni werd ik in het ziekenhuis opgenomen nadat mijn slimme horloge melding had gemaakt van Atriumfibrilleren. (Zie blogs hart 1 - 3)
Vier weken later kreeg ik het weer, en stuurde de ecg's die ik met mijn horloge gemaakt had naar de hartpoli.
Om half drie vroegen ze of ik naar het ziekenhuis wilde komen voor een hartfilmpje, toen waren de 'hartkloppingen' over... het had zeven uur geduurd!
Consult cardioloog (6 augustus)
De arts zag het opgestuurde ecg (hartfilmpje) van mijn horloge als duidelijk bewijs voor AF. (Atriumfibrilleren, in het Nederlands heet dat boezemfibrilleren).
Deze hartritme-stoornis geeft kans hebt op stollinkjes, die bloedvaten kunnen verstoppen. (Ik schreef over de oorzaken van AF in juni van dit jaar (hart-3). Van deze arts kreeg ik stolling remmers (in de volksmond bloedverdunners genoemd). Hoera, dat was een pak van mijn hart. Want door die stolseltjes kun je een hartinfarct, herseninfarct of long embolie krijgen.
Ook kreeg ik een 'ritme regulator', een medicijn dat het fibrilleren kon laten stoppen. Vanwege Parki en de lage bloeddruk mocht ik deze ‘zo nodig’ innemen. Dus pas als het hart weer ‘op hol’ slaat. Wat was ik opgelucht. Want lotgenoten moeten deze pillen vaak elke dag slikken, waardoor de lage bloeddruk nog lager wordt!
Daarnaast wilde deze arts meer weten: bloedonderzoek om de schildklierwaarde te bepalen en een echo van het hart. De verpleegkundig specialist AF zou de uitslagen met me bespreken.
Consult verpleegkundig specialist AF (4 oktober, 8h30)
Mooi op tijd, dacht ik, toen ik om 8h20 in de wachtkamer wilde gaan zitten. Maar ik werd meteen binnengeroepen, voor een ECG.
“Daarom vragen we mensen altijd om 10 min eerder te komen” zei de laborante.
Altijd? Mij was dat niet gevraagd of verteld!
Ik was nog niet weer aangekleed, of ik werd al binnengeroepen door de verpleegkundige, dus nam ik mijn kleding mee, om me in de volgende kamer verder aankleden. Tja, parki’s zijn niet zo snel…
Ze stelde zich voor en vertelde dat de schildklier-waarde goed was. Van de echo noemde ze veel positieve punten op (dus is er ook wat mis, dacht ik). “De boezem is iets vergroot, waarschijnlijk heeft U dus al veel langer last van atrium-fibrilleren”.
O. Zou dat verklaren waarom ik me af en toe zo moe voelde?
Van de gewone risico factoren was nu alles uitgesloten behalve slaap apneu. Ze stelde diverse vragen en gaf uitleg over het onderzoek naar slaap-apnoe, dat door de longpoli gedaan wordt. Daarna vroeg ze of ik bereid was me op slaap-apnoe te laten testen. Mijn horloge geeft geen apneu aan, maar het komt bij veel Parki’s voor. Ik vind het prima om dat te laten onderzoe-ken. Ik kreeg een afspraak bij de longarts, voor half januari. Weer een specialist er bij!
“Volgens mij hoort Parkinson bij de risico-factoren“, vertelde ik mijn vermoeden. (zie ook blog hart-3).
“Gunst, dat zou een goed onderwerp geweest zijn voor mijn scriptie, maar ik ben net klaar met mijn opleiding!” reageerde de verpleegkundige.
“Met welk onderwerp?” vroeg ik benieuwd.
“Slaapapneu”, was het antwoord.
“Nou , ja, als je iemand weet die nog een onderwerp zoekt…. ben ik haar / zijn eerste proefkonijn….” lachte ik.