inhoudsopgave
06. De jaren 1940 - 1945 familiekroniek
Arrestatie en gevangenschap van Wim
dagboek van Wim
Brief van Marie Snoek de Nooij, mei 1945

06. Familiekroniek - de jaren 1940 - 1945

 

Op vrijdag 10 mei 1940 werd Nederland overvallen door de legers van Nazi Duitsland. Nog op dezelfde dag kwamen de eerste Duitse soldaten Renkum binnen. Als teken van rouw liet moeder alle etalage-gordijnen zakken: een eerste reactie op een vijandelijke bezetting, die vijf jaar zou duren en onvoorstelbare ervaringen op zou leveren.

Na de bevrijding konden die eerst min of meer worden "vergeten"; in latere jaren kwamen de herinneringen helder en soms pijnlijk terug.

Op die 10de mei werkte Wim als volontair in de textielzaak van oom Jan en tante Ali in Haarlem. Ook oom Ko was in Haarlem, als gemobiliseerd adjudant van de B.V.L. (uitleg van Johan, geb 1920: Bijzonder Vrijwillige Landstorm, een organisatie bestaande uit vrijwilligers die soldaat waren geweest en bereid waren om de regering te dienen in geval van binnenlandse troebelen, oproer zoals indertijd in de Jordaan; oom Ko heeft toen meegedaan aan het bestrijden ervan.)

 

Op 15 mei, de dag na de capitulatie, kwam Wim per fiets naar Renkum. Hij was dodelijk ongerust, want alle verbindingen waren verbroken en de vreselijkste geruchten deden in Haarlem de ronde: Ede, Renkum en de hele Veluwezoom zouden verwoest zijn.

De volgende dag ging hij alweer per fiets terug, met het bericht, dat oom Jan de Nooij bij zijn huis in Bennekom door een verdwaalde kogel was omgekomen. Elf kinderen waren daarmee vaderloos geworden. De rest van de families de Nooij en Snoek was ongedeerd en had zelfs nauwelijks schade geleden.

Gedurende die twee lange fietstochten, o.a. over de Grebbeberg, waar grimmig was gevochten, zag Wim meer van de oorlogsverschrikkingen dan één van ons.

 

Wim, en ook moeder, vonden dat zijn opleiding nu wel als voltooid beschouwd kon worden. Dus kwam hij begin juni definitief thuis in de zaak.

Johan had zijn praktijkjaren al achter de rug: óók bij oom Jan (1936 - 1937) en in Woerden (1937 - 1938); sindsdien werkte hij thuis in de zaak. Rie had nog niet buitenshuis gewerkt; ze durfde niet goed en werd door moeder zeker niet aangemoedigd.

Er was nog een inwonende huishoudster, maar die vertrok in de loop van 1940 en Rie nam haar taak over. Andere hulp, in zaak en huishouden, was sindsdien uitsluitend extern. Zo was voor moeder tenslotte een ideaal bereikt: wonen en de zaak drijven met haar eigen kinderen. "Een wonderlijke zegen!" zei ze zelf.

 

In 1941 klaagden we met elkaar weer eens over de bezetting en wat daarmee samenhing - waar volop reden voor was. Tot moeder zei: "Laten we ons nu maar eens realiseren, dat er ook goede dingen zijn!" - "Goede dingen? Wat bedoelt u?" - "Nou, bedenk eens, dat we alle vier als gezin bij elkaar zijn; beleef dat maar bewust, want het kan wel nooit terug komen!"       

 

Dat het zó kort zou duren, was toen nog niet te voorzien. In juni 1943 moest Wim onderduiken (zijn leeftijd was aan de beurt om in Duitsland te werk gesteld te worden) en in october daar aan volgend werd hij door de SD gearresteerd; en na de bevrijding ging eerst Rie naar de GOZE en vervolgens trouwde Wim. Wat goed, dat we leerden, de jaren samen thuis naar waarde te schatten; als broers en zus hebben we toen bewust veel voor elkaar betekend.

 

Al vrij snel werden eensgezind plannen beraamd en uitgevoerd om de Nazi's afbreuk te doen. Eerst op een wat naïeve manier, maar al doende steeds effectiever, al bleef het werken op kleine schaal, en consequent zonder wapens. We hadden allen het gevoel dat, waar gebeurtenissen van dit formaat plaats vinden, mensen zich niet "neutraal" mogen opstellen maar partij moeten kiezen. Koningin Wilhelmina sprak vanuit Londen over "een strijd van het licht tegen de duisternis" en daar konden we ons voor 100% in vinden.

Uiteraard waren de risico's, verbonden aan illegale bezigheden, groot. Moeder zag dat scherper dan wij; daarom vonden we haar soms te bang. Toch: nadat Wim en verscheidene bekenden waren opgepakt en na het voltrekken van heel wat doodvonnissen (o.a. werd Lo van Duuren op 5-8-'44 gefusilleerd) bleef moeder onderdak geven aan onderduikers en compromitterende papieren: van illegale krantjes af tot vervalste persoonsbewijzen en nog erger toe. Dat vonden we toen heel gewoon; maar achteraf hadden we er veel respect voor.

Dat respect geldt ook de familie, zowel van vaders als van moeders kant, die helemaal "goed" was. Daardoor waren we elkaar in die jaren in vele opzichten tot steun.

Natuurlijk kwam er bij de eerlijke principes een portie verlangen/behoefte aan avontuur. In dit opzicht zijn we allen ruim aan onze trekken gekomen.

Zakelijk ging het de eerste tijd niet slecht. Er was veel voorraad en naarmate de goederen schaarser werden, werd die meer waard. Tussen 1930 en 1938 daalden de prijzen aldoor; dat nodigde uit om aankopen zolang mogelijk uit te stellen. Vanaf circa 1938 stegen de prijzen en werden vele artikelen (bijv. katoen) schaars: een stimulans om juist niét te wachten met kopen. Doordat het steeds moeilijker werd, de winkelvoorraad aan te vullen, kwam er geld vrij: een volkomen nieuw verschijnsel voor de juniors. Maar moeders ervaringen in Wereldoorlog I kwamen haar nu goed van pas. Er werd uitgezien naar een geschikte belegging en op voorstel van Wim werd in 1941 (?) Dorpsstraat 78 gekocht. Het achterste stukje van de tuin hielden we voor eigen gebruik; eindelijk was ook de tweede hartewens van moeder vervuld: een tuin! Ze liet er een draaibare koepel op zetten en genoot daar zéér van. Verder werden er voornamelijk oranje bloemen gekweekt die gul werden uitgedeeld. Op Koninginnedag 1942 (31 augustus1) brachten we minstens acht boeketten uit eigen tuin bij buren en kennissen.

In 1944 werd dit huis verwoest, evenals bijna heel Renkum trouwens; in 1950 werd het (veel mooier) herbouwd en in 1966 verkocht Wim het voor moeder, voor ƒ 54.000.-

 

In 1942 was Koers bereid, ook de winkelhuizen naast het onze aan moeder te verkopen: de nummers 55 en 57,  klein, ondiep, zonder enige grond erbij voor ƒ 18.000,00. (jaartal en bedrag zijn aanvulling van Rie Snoek, geb 1918, Govertdochter; RS) (Johan Snoek, geb 1920, Govertzoon:' zonder enige grond erbij' klopt niet. Er was een tuintje achter die huizen en dat was bij de koop inbegrepen; zonder een straaltje zon, maar het gaf wel recht van doorgang aan die panden)

Na de bevrijding werd geen vergunning gegeven voor de herbouw van drie panden; in plaats daarvan verrees één groot winkelpand met magazijn en twee bovenhuizen: Dorpsstraat 55, waar moeder ging wonen; en Dorpsstraat 57, zaak en woning van Wim en Trijnie.

 

Vóór 1940 was er in ons gezin nauwelijks sprake geweest van enige luxe. Alles wat echt nodig was, kregen we; maar geld uitgeven voor onnodige dingen was er niet bij. Omstreeks Sint Nicolaas was het bijvoorbeeld gebruikelijk, dat de bakkers in een kamer naast de winkel een Sinterklaas-tafel inrichtten, met de prachtigste figuren van chocolade en marsepein. Voor ons was dat "alleen maar naar kijken en aankomen niet". Geen probleem overigens; we wisten dat het niet anders kon en dat "verkwisting" leidt tot armoede. Bovendien: we kregen altijd wel een klein pakje van moeder; en ook stuurden oma Snoek-de Kool en tante Nel Snoek jarenlang pakjes op onze verjaardag en met Sinterklaas. En bij het groter worden bedachten we zelf surprises. Maar toen we voor 't eerst in ons leven niet krap zaten, was dat een volkomen nieuwe ervaring. Johan werd erdoor geïnspireerd om één keer ons allen te laten genieten van de uitgestalde Sinterklaasweelde. Dat was in 1940; maar goed, dat hij niet wachtte, want in de jaren erna was alles al zó schaars en waren er al zóveel zorgen, dat er niets meer van kwam. En wat bracht de Sint op die gedenkwaardige dag:

voor moeder: een hoed van bruine en witte chocolade met een rood lintje:

Er was eens een moeder, die was de be'hoed'er

          van drie kleine kleuters, het waren me peuters ...

voor Rie: een miniatuur wasmachine van chocolade:

          Maandag is het wasdag, een pees-, pest- en plasdag,

          dan moet Marietje werken, dat de druppels haar spatten langs de vlerken;

          Sint heeft dit gezien, en schenkt haar een nieuwe wasmachien.

voor Wim: ...  een chocolade kat die volgens ons sprekend leek op de toenmalige koster van de Gerf kerk aanvulling van Rie Snoek, geb 1918, Govertdochter; RS)

Wat Johan zélf kreeg? Waarschijnlijk alleen iets degelijks; maar de verrukking van zijn familie moet hem veel voldoening hebben geschonken!

 

  1. 1. 31 aug was de verjaardag van de toenmalige Koningin Wilhelmina;

          de oranje bloemen waren uiteraard ter ere van het Koningshuis.

 

Wat er verder gebeurde in die jaren? De honderden boeken over WO II bevatten bijna alle iets van onze historie; dat van J.W. Hackett "Ik ben een vreemdeling geweest" zelfs zeer veel; het gaat over een concreet stukje van ons leven in oorlogstijd.

Wat onuitwisbaar in de herinnering blijft:

        1943              .

10-17 januari: weghalen en terugbrengen van een gevorderde kerkklok. "Die hem gehaald heeft, is een

                held; en die hem teruggebracht heeft, is óók een held", zei men. Dus mogen we tevreden zijn.

27 oktober; arrestatie van Wim, ten huize van de fam. Blokland te Hoornaar, door de SD; zijn gevangenschap en  rechtszaak, met alle zorgen en angsten er omheen

1944

10 Juli: Johan door been geschoten, door Duitsers, die een Joods meisje kwamen ophalen dat bij onze buren was ondergedoken en de adressen e.a. gegevens in Johans portefeuille niet zagen (Johan was L.O. leider in Renkum) (aanvullingen van Rie Snoek, geb 1918, Govertdochter; RS)

 

17 september: landing Airbornes; begin van de Slag om Arnhem; Renkum een paar uur VRIJ!

 

1 oktober: evacuatie van moeder, Rie en Johan naar moeders ouderlijk huis in Ede2. De tantes Mien, Cor en Anna namen ons vriendelijk op; later kwam de familie uit Heelsum ook, maar die kregen al gauw andere woonruimte.

Uit erkentelijkheid voor de ontvangen gastvrijheid bood moeder na de oorlog een glas in lood-raam aan, gemaakt door oom Hendrik. Tekst: "Winter 1944 - 1945; in veilige haven."3

10 oktober: aankomst Mr. Hackett in Torenstraat 5

november: ooggetuigen vertellen, dat ons huis in Renkum is afgebrand. Johan tegen moeder: "Misschien is de klap wat minder zwaar als ik u vertel, dat ik heb besloten om voortaan God te dienen." En zó was het!

1945

30 januari-8 februari; Johan brengt Mr. Hackett per fiets weg tot de Biesbosch en komt gezond terug.

  19 februari: arrestatie van Johan; verhoor en opsluiting in De Wormshoef te Lunteren; tewerkgesteld in  Renkum en kort erna gevlucht.

 1 maart; aankomst briefkaart van Wim: het eerste levensteken na lange tijd.

  20 maart: moeder, Rie en Johan inwonend bij fam. den Dekker, Nachtegaallaan 11, Ede; min of meer zelfstandige huishouding: “Geloofd zij God, met diepst ontzag!” zongen we daar, op voorstel van Johan (aanvulling van Rie Snoek, geb 1918, Govertdochter; RS) 4

17 april; Ede, en wij, bevrijd door de Geallieerden.

1 mei: behouden thuiskomst van Wim, uit Tilburg gehaald door een adjudant van Mr. Hackett.

13 Juni: de dag, waarop we in een ontstellend verwoest, maar vrij Renkum terug kwamen.

     Tot ons eigen huis zou zijn herbouwd konden we wonen in het voormalige onderdak van de Luchtbescherming: Kerkstraat 31.

Kort na de bevrijding schreef Rie in haar dagboek:

"Hoewel zó geknecht door de overweldiger, waren we toch meestal opgewekt en voelden ons zelfs betrekkelijk gelukkig. De oorzaak zal wel liggen in het feit, dat we allen verzet pleegden en met berzetters omgingen. Er was gevoel van saamhorigheid en je wist, waarvoor je streed. Als het verzet goed lukte, ontstond er (ondanks alles) een gevoel van onafhankelijkheid. Je voelt je pas écht ongelukkig als je machteloos toe moet zien, terwijl er zóveel onrecht wordt bedreven."

 

op deze pagina staan diverse plaatjes van het Koningshuis met de tekst:

Levensgevaarlijk, deze foto’s in huis te hebben, maar we hadden het er gráág voor over!

*******************

(de noten zijn door Ria Snoek jr (Johandochter) toegevoegd, in april 2007)

  1. 2. Na de luchtlanding bij Oosterbeek en het verliezen van de geallieerden bij de slag om Arnhem

            was deze evacuatie verplicht. Grootvader de Nooij (geb 1853) was in feb 1944 overleden.

 3. Bij een print van dit verhaal schreef Rie Snoek (geb 1918, Govertdochter): “veilig”, ha ha!

            Want echt veilig was het natuurlijk niet, met Mr. Hacket in huis!

 4  Rie (geb 1918, Govert dochter) vertelde haar nicht Ria later, dat de familie bang was dat de Duitsers Johan na zijn vlucht in de Torenstraat zouden zoeken. Daarom leek het veiliger dat  hij een ander adres kreeg. In vele tuinen in de Nachtegaallaan bloeiden de Forsythia en Ribes: dat zag er zó vreedzaam uit. Elk jaar als de Forsythia bloeit, denkt Rie terug aan deze verhuizing. Bij de print van dit verhaal schreef Rie Snoek  (geb 1918, Govert dochter): in ons nieuwe gemeubileerde appartement bevond zich ook een harmonium.

 

 

Na de jobstijding van Wims arrestatie was het zaak, zo snel mogelijk alles uit huis weg te halen dat niet in de handen, van de Nazi’s mocht vallen. Mevrouw Nelie Blokker (met "boek- en kunsthandel" aan de andere hoek Dorpsstraat-Kerkstraat, dus vlakbij) had al eens een aanbod gedaan: "Ik heb een goeie schuilplaats laten maken; zo nodig kunnen daar ook wel spullen van jullie in!" We maakten nu graag gebruik van dit aanbod.

In 1944 werd dit huis, evenals alle àndere in Renkum, wel beschadigd door de langdurige beschietingen; maar een deel, waaronder de geheime bergplaats, bleef min of meer intact.

Daar ons eigen huis tot de grond toe was afgebrand, was het een grote verrassing na de oorlog allerlei spullen terug te krijgen: dagboeken, kasboeken e.a. zakelijke gegevens.

Daarna volgt in het album het politierapport over de mishandelingen van Wim door de SD en een stukje uit Trouw dat hij geschreven heeft in 1998.

 

Arrestatie en gevangenschap Wim Snoek

(de eindnoten zijn toegevoegd door Ria Snoek, geb 1954, Johandochter,  mei 2007)

 

Toen de jonge mannen die in 1922 waren geboren, zich moesten melden om in Duitsland te werk te worden gesteld, dook Wim onder, juni 1943. Eerst kwam hij in huis bij fam. van Welie, Dodewaard. Maar hij wilde liever wat actiever bezig zijn; zodoende kwam hij op 28-8-1943 bij familie Blokland in Hoornaar. Hij werkte daar onder leiding van Henk van Os, Gorcum, als assistent-districtsleider voor de LO (Landelijke Organisatie tot hulp aan onderduikers). In de nacht van 26 op 27 october werd hij daar gearresteerd, samen met vader en zoon Blokland en een onderduiker. Bij de rechtszitting werd Wim veroordeeld tot maar één jaar gevangenisstraf, wegens het luisteren naar de Engelse zender. Vrijspraak zou nòg beter zijn geweest; maar na alles wat hij had gedaan was dit toch ook al een wonder te noemen. Zijn advocaat, Mr. van Proosdij, pleitte ontroerend voor hem1.

Na zijn invrijheidsstelling, op 14-11-1944 mocht hij niet naar huis terug, maar werd als dwangarbeider tewerk gesteld bij P.I.V.

Van toen af was er gelegenheid, het tekort aan eten aan te vullen door bij de huizen te bedelen.

In maart 1945 slaagde hij erin, te vluchten en kreeg daarbij hulp van Duitsers: fam. Halbach in Bad-Homburg en fam. Pfannkoch in Nidda. Hier werd hij door de Amerikanen bevrijd; na omzwervingen door Frankrijk, Luxemburg en België kwam hij op 9 april 1945 aan in Nederland en woonde eerst bij fam. Cochius te Tilburg.

 

*****************

  1. Het vermoeden bestaat dat de Duitsers die Wim gevangen genomen hebben het echt ‘gevaarlijke’  materiaal, de bonkaarten en dergelijke zelf verpatst / gebruikt hebben. Daarom stond het in bezit hebben van dit belastende materiaal niet in de aanklacht. In het boek ‘Wat bewoog U’ van Jan Crum (zie ook Familiekroniek - bijlage 6) staat hierover:

 blz 42: In het Anklageschrift werd niet gerept van valse Ausweise en bonkaarten. Dit tot grote verbazing van Wim Snoek zelf, want dergelijke voor hem belastende  documenten moesten naar zijn vaste overtuiging bij zijn arrestatie toch gevonden zijn. De verklaring van de advocaat: waarschijnlijk had het Duitse arrestatieteam in Rotterdam de papieren op de zwarte markt verkocht, zodat er in de tenlastelegging niet naar verwezen werd en de aanklacht  in opmerkelijk vage termen was gesteld. Er was slechts sprake van verdacht van, verdacht van enz.. De uitspraak viel enorm mee: Wim Snoek werd veroordeeld tot één jaar tuchthuis. ‘Tot mijn onvoorstelbaar grote verbazing kreeg de boer bij wie ik ondergedoken was twee jaar, zijn zoon één jaar en vier maanden en de drie onderduikers (van wie ik er dus een was) werden veroordeeld tot één jaar. Ik snapte van die uitspraak niets. Ik heb ongelooflijk veel geluk gehad, want als ze het bewijsmateriaal wel aan de rechtbank hadden overgelegd, dan had ik waarschijnlijk de doodstraf gekregen.’

en  (voetnoot 9:) Een mogelijke verklaring voor de milde straf die tegen Wim Snoek werd geëist zou kunnen zijn dat Mr. Proosdij de rechter in een terzijde heeft gewezen op de ernstige mishandeling die zijn cliënt bij de verhoren had moeten ondergaan en hem heeft verzocht daar rekening mee te houden bij het bepalen van de strafmaat.  

 

Dagboek van Wim Snoek, geb 1922, Govertzoon

Dagboeken van Wim Snoek, geb 1922, Govertzoon

 

          Balkbrug.

          22 jan. 1979

Toen ik gisteren na 33 jaar in de bijbel las, die ik tijdens mijn gevangenschap altijd bij me had, constateerde ik dat het met potlood geschreven dagboek dat er in staat, sterk aan het verbleken is. Daarom besloot ik het in dit dagboek over te schrijven. Begrijpelijker wijze is het zeer summier, gezien de omstandigheden waar onder het geschreven is.

 

25 Sept. 1944.

In de nacht van 26 op 27 okt. 1943 om 2 uur gearresteerd. Overgebracht naar politiebureau Haagse veer in R'dam. Van 1-6 Nov. verhoord. Zwaarste verhoor op l en 2 Nov. Respectievelijk 13 en 14 uur aan één stuk door verhoord op Heemraadssingel. Op Haagse veer prima behandeling. Op 10 Nov. naar Vught. Viel eerste 2 weken niet mee. Toen prima, dankzij reuze pakketten en baan bij Philips.

Helaas 22 Jan. op transport naar Utrecht (Wolvenplein). Weinig ruimte, lucht en eten. Gelukkig tamelijk goede celgenoten en 4 boeken per week. Aldaar lx van moeder en lx van Johan en diverse malen van mijn advocaat bezoek ontvangen. Op 7 Maart veroordeeld. Heerlijke dag! Allen rustig gesproken en fijn gegeten.

l8 maart op transport naar Kleef. Mocht fam. op perron te Utrecht en Nijmegen helaas niet groeten, noch eten, noch rookgerei aannemen.

Tot 23 maart in Kleef met 5 man in koude cel op l matras. Op 23 maart naar Siegburg tot 25 maart. Aldaar gekleed, geregistreerd enz. Op 25 maart naar U.K.(Union Kraftstoff = synth. benzine fabriek) te Wesseling. Eerste weken erg beroerd in colonne 17. Later op en neer al naar het eten was; meestal wassersuppe + wat men organiseerde2.

3x gebombardeerd; l x in juni, 2 x op 19 juli en de 3 x op de laatste dag, n.l.14 sept. Nooit een gevangene getroffen. Op 15 sept per plezierboot naar Mondorf en verder per vrachtwagen naar Siegburg tot 18 sept. Hier vond Arie zijn vader terug.3

 

Met 400 man op stro in een garage geslapen. 18 Sept. vertrek naar Kassel met + 1000 man. Ik met 64 man in goederenwagon. Aankomst Kassei dond. 20 sept. 8 uur n.m.

Op vrijdag 21 sept. om 7 uur v.m. gelost. Alzo 68 uur zonder te kunnen liggen of behoorlijk zitten en op 7 sneden brood + l liter wassersuppe gereisd. We waren geknakt en gebroken. Ondergebracht met 5 man in l cel zonder stro, matrassen of dekens.           ‘s Middags al zwaar bombardement, waar ik voor het grootste deel doorheen heb geslapen.

Gisteren (24 sept.) gelukkig allen l deken ontvangen. Eten is hier goed. Helaas zit ik met 3 Fransen en l Belg. De tijd breng ik door met bijbellezen, slapen en luizen vangen. We zijn van alle nieuws verstoken. Maar ik betrouw op God, Hij zal mij nooit beschamen!

 

Kassel4

Heden op 7 okt. voor de 6e x gebombardeerd sinds 21 sept. Onze toestand is nog hetzelfde.

Onze cel is 8 x 14 voet lengte.

 

Heden 21 okt. is de toestand nog hetzelfde. Alleen de luizen zijn een plaag geworden. Vandaag ving ik er meer dan 50. Het eten is wel slechter geworden en we beginnen tekenen van vervuiling te vertonen. Met mijn celgenoten kan ik slecht opschieten. Volgens de geruchten gaan we maandag werken. Gisteren beweerde men dat Japan gecapituleerd heeft, wat ik niet kan geloven. Ik heb wel begrepen dat we de 27ste niet vrijkomen. Ook niet als civiel arbeider. Dit leven is wel zeer zwaar! Men zegt dat Hitler morgen een rede zal houden. Daar ben ik zeer  benieuwd naar.

 

Eben Haëzer (steen der hulpe); 21 okt. 19445

 

Als de vrijheid eens mij weder wordt geschonken,

Mag ik wel gedenken hoe in deze,

Mijne klachten tot den Hemel klonken.

En hoeveel beloften ik God het Opperwezen,

Deed toen ik was in angst en smart.

Dat ik nooit vergeet in mijne blijheid,

U te loven met een dankbaar hart.

En te geven met een milde hand,

Voor Uw kerk en 't Vaderland.

23 okt. 1944 (Kassel)

 

31 okt.

Op 26 okt. voor het eerst sinds 21 sept. buiten geweest voor groot appèl wat plm. 2 uur duurde. Op 27 okt. naar cel 253 overgelopen met "kabelen". De tijd gaat nu eens zo vlug nu Jan6 en ik samen wat bomen kunnen. Heden groot conflict met onze Duitse celgenoot gehad. Wij geloven nu toch weer veel kans te hebben om als civiel arbeider entlassen te worden. Wat een verlichting is het toch dat we bij elkaar zitten. Hopenlijk geeft God spoedig verdere verandering ten goede.

 

Op l nov. verhuisd naar cel P3-467. In l cel met Waworoentoe7, Jan en een Fransman. We hadden het zeer gezellig en hadden samen l matras. 2 Nov. al verhuisd naar transportcel. 3 Nov. op transport naar Frankfurt a/Mein. Gelukkig met Jan, Arie en Frans8. Prima reis en voldoende te eten, Goddank!

Indruk hier buitengewoon goed. Hebben vannacht in kerk geslapen. Wachten nu op ontluizing. Wat zal het een genot zijn die rotbeesten eindelijk eens kwijt te raken!

Het blijkt nu, dat onze tijd 10 nov. pas om is, want 14 dagen politie-bureau zijn niet afgetrokken. Ben benieuwd of we dan nog als civiel arbeider entlassen worden.

 

Frankfurt a/M. 4 nov.'44

Tot 14 nov. in cel gezeten zonder werk. Eten was prima. Op 14 nov. entlassen. Werk nu bij de P.I.V.(fabriek voor vliegtuig-onderdelen; eigenaresse Mevr. Reimer) te Bad-Homburg. De vrijheid bevalt me reuze! Met brood is het krap, maar 2x daags kan ik warm eten krijgen zoveel ik wil. Van Jan en Frans weet ik niets als dat ze in Frankfurt moeten zijn. Van bommen hebben we hier geen last. Als ik maar wist hoe het thuis is, zou ik het hier aardig naar mijn zin hebben, hoewel het een raar wild leven is.

Bad-Homburg 25 nov.'44

*****************************

 

  1. Organiseren in de betekenis van ‘regelen’, ‘stelen’.
  2. Arie Blokland, zoon van de boer waar Wim ondergedoken gezeten heeft; hij overleed in 2006. (Hij schreef na de oorlog een boek over zijn oorlogsverleden, 'Gevangenschap en bevrijding', uitgegeven in 2001, productie Hiddink Repro, Arnhem; 100 exemplaren)
  3. Tuchthuis, waar een grote groep gevangenen na 5 sept ‘44 (dolle dinsdag) heen werd gebracht (zie verhaal dat Wim op scholen vertelde); Kassel is een plaats in Duitsland waar dat  tuchthuis stond. Het tuchthuis was een gevangenis met zeer streng regime. Bijv: na twee jaar tuchthuis was je (na in vrijheid gesteld te zijn) nog twee jaar je burgerrechten kwijt
  1. Eben Haezer, okt 44 - een 'kreet'/ 'gebed' van Wim om hulp (vertelde Wim in juni 2007 aan Ria)
  2. Jan van Woudenberg. Hij was ook bij Blokland ondergedoken en werd samen met Wim opgepakt. Tijdens de verhoren/martelingen is hij 'doorgeslagen', maar dat hoorde Wim pas na de oorlog
  3. Jan Waworoentoe, een jongen die Wim daar leerde kennen
  4. Frans Designie (ook onderduiker bij Blokland), Arie Blokland en Jan van Woudenberg (zie noot 6)

************************

12-4-1945

bericht van Wim uit Tilburg van het centraal Informatie Bureau Rode Kruis: “ben goed gezond te Tilburg bij fam Cochius uit Zetten die hier woont. Stuur snel bericht terug met jullie adres. Alles Oke. Wim

12-4-1945 aan  fam. de Nooij, Torenstraat 5, Ede, Gelderland, Nederland

**********

27 april 1945 Allen gezond. Onpeilbare vreugde wegens bevrijding en jouw bericht. Van Edesche familie niets beschadigd. Wij wonen apart; kom rechtsreeks naar Nachtegaallaan. Moeder, Rie, Johan

Brief van Marie Snoek-de Nooij, mei 1945

Ede, 8 mei 19459

 

Geliefde Familie: Lien, Nel, Go, Johan, An en Jongelui!10

 

Nu we over het heele land vrij zijn, zal Hans11  gauw naar huis gaan, en deze (brief) meenemen. Wil hem a.u.b. aan allen doorgeven.

‘t Heerlijkste nieuws is: Wim is gezond thuisgekomen, op 1 mei. God danken we daarvoor, uit het diepst van ons hart. Hij (Wim) ziet er veel beter uit dan Johan; weegt 158 pond, en is langer12 als wij, diep gelukkig na alle narigheid.

Wij wonen sinds 19 maart bij anderen in; Johan was n.l. 19 febr gepakt; 10 maart ontvlucht; moest toen onderduiken, omdat adres Torenstraat 5 bekend was. Toen kregen we heel vlot, een zitkamer, kleine slaapkamer, gebruik van keuken en zolder, in Nachtegaallaan 11 bij heel prettige menschen. Na de vrijheid zijn we daar gebleven; want we hebben alweer heel wat bezittingen, en zagen tegen de verhuizing op; want Johan en ik zijn wekenlang bezocht geweest met ingewandziekten; dit is nu nog niet helemaal beter.

Een vreeselijke winter is het geweest, maar de Heere heeft ons er dóór geholpen, en we zijn weer bij elkaar.

 

Vandaag is hier het bericht, dat veel menschen uit Arnhem naar huis mogen. Voor Renkum zal dat nog wel even duren, maar daar wordt toch ook aan gewerkt.

Gisteren zijn Johan en Wim voor de N.B.S.(Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten; RS)  in Renkum geweest; uit de asch hebben ze enkele verbrande lepeltjes en een pannetje opgehaald. Later wil Wim de asch goed nazien, zoals hij dat in Duitsland heeft geleerd. Maar ‘t zal niet veel zijn, dat er uit te voorschijn komt. We hebben echter alweer onze eigen lakens en sloopen, hand- en theedoeken. Sommige gekregen, en andere dingen hadden we meegenomen, doch in Oct. direct bij Ko in een tank laten begraven; en dat kwam er vorige week weer uit. Ook nog heel wat, is uit de tank (een andere; er waren er 9) gestolen door de landwacht, 1 week voor de bevrijding13.

 

Paul uit Bennekom14  is toen gearresteerd en toen is aan de zaak de grond omgegraven, en daar zijn we ook heel wat bij kwijt geraakt. ‘t Ergste is dat we van Paul niets weten; maar ‘t ergste vrezen, daar er wapens in zijn kamertje gevonden zijn. Voor Cor van Jan15 is dat het zwaarste. Twee keer is een V-1 op huis en smederij16  gevallen, maar dat Paul weg is, is oneindig veel erger17.

 

Heerlijk, dat zoveelen nu weer thuiskomen; maar ook duizenden zullen vergeefsch wachten, want oneindig veel menschen zijn omgekomen, zonder dat hun familie iets van hen weet. Wat zijn wij dan toch bevoorrecht, dat we Wim weer terug gekregen hebben. Zodra er reisgelegenheid is, hopen we één van allen, of misschien meer, eens de familie te bezoeken. Als we weer in Renkum zitten, zal het niet zoo vlot gaan, want de opbouw zal alle krachten vragen. De huizen zullen wel verdeeld worden, en in de meeste zullen 2 of meer gezinnen moeten wonen. Royaal zal ‘t niet zijn, maar dat hoeft ook niet. Go en An (Go Snoek-Bikker en An Snoek-Both; RS), die deze maand jarig zijn, hartelijk gefeliciteerd. ‘k Hoop vurig, dat we van jullie ook mogen hooren, dat allen in leven, en gezond zijn. Heerlijk dat het met het voedsel wat beter wordt; hier is het tenminste al veel ruimer met alles.

 

Leer hart. Gr. En Gods bevolen, je je allen liefh Marie, Rie, Johan, Wim.

 ************************

 

  1. de brief is geschreven door Marie Snoek-de Nooij; eindnoten toegevoegd door Ria Snoek,

             geb 1954, Johandochter, met hulp van haar vader Johan Snoek, geb 1920

  1. Johan Snoek en Go Bikker – Gorcum, Lien Snoek Gorcum, Nel Snoek Gorcum en

     An Snoek-Both te Leerdam. (De verbindingen Renkum-Z.Holland waren nog moeilijk, maar

      Leerdam en Gorkum waren op fiets-afstand).

  1. Zoon van Johan Snoek en Go Bikker, was door de Duitsers gepakt en na de bevrijding door

      oom Ko de Nooij en tante An de Nooij-Snoek in Ede opgevangen: hij was uitgehongerd

  1. (? “grote kerel”, denk ik, Johan Snoek)
  2. Ria (geb 1954) herinnert zich dat oom Ko vertelde, dat jaren na de oorlog het tuinpad ging verzakken;  waarschijnlijk zat daar onder ook nog 1 van de verloren gewaande tanks...
  1. zoon van Cor de Nooij-Weeda en Jan de Nooij 1887 - 1940
  2. De vader van Paul, Jan de Nooij, is overleden in 1940 door een verdwaalde kogel
  3. De smederij van Jan de Nooij en Cor Weeda
  4. Paul is na de oorlog met Bertie Klein Nibbelink getrouwd, dus veilig teruggekomen; volgens dagboek van Wim Snoek werd hij kort voor 5 mei gepakt en was hij al ter dood veroordeeld; hij werd bevrijd door de Nederl. Binnenlandse Strijdkrachten (N.B.S.) en kwam 10 mei terug