SN 09.28B Joh 8b

Johan Snoek - vervolg - Afscheidsdienst 6 sept 2012

Joh 8a afsch foto, liturgie van afscheidsdienst, download; overlijdens advertentie; inleidende woorden; dochter Ria; vriend Anton

Joh 8b afsch tekst van zoon Hans

Joh 8c afsch - overdenking, gebed

Joh 8d gedicht - gedicht Nora

 

gehele index pagina's Johan

Zoon Hans spreekt namens de kinderen

Familieleden, vrienden, collega’s en strijdmakkers. Om te beginnen wil ik U bedanken voor de grote steun die U vooral in de laatste jaren aan onze vader geschonken hebt. Gesprekken, telefoontjes, boodschappen doen, Johan ergens naar toe rijden, samen gymnastieken in het Termaathuis. Ook wil ik dr. Arends bedanken die Johan de laatste jaren intensief heeft begeleid. U hebt hem elk op eigen wijze geholpen om de laatste tien jaar van zijn leven zeer gelukkig te laten zijn. 

 

Onze vader Johan was een zeldzaam veelzijdig mens. Hij was charmant, maar ook eigenzinnnig, bescheiden, maar soms ook ijdeler dan je zou denken. Hij kon goed luisteren naar anderen, maar reageerde naar zijn kinderen soms ook ietwat vierkant. Daarnaast  heeft heeft hij een kleurrijk leven genoten en had hij sterke opvattingen. 

Gelukkig heeft hij zelf het initiatief genomen om zijn lange leven te beschrijven in het boek,

getiteld ‘Soms moet een mens kleur bekennen’. En als in gesprekken herinneringen uit het verleden ter sprake kwamen, riep hij regelmatig: ‘Zie Kleur Bekennen, pagina zoveel’. Ik neem aan dat velen van U die instructie ook wel eens hebben gekregen en wellicht hebben opgevolgd.

In het vervolg wil ik een aantal elementen uit zijn rijke leven lichten:

Johan als publiek figuur,

Johan als predikant en

Johan als familieman.

Johan is vaak in de publiciteit gekomen met drie onderwerpen:

de rol van de kerken in de Tweede Wereldoorlog, de dialoog tussen Joden en Christenen en

het onrecht dat de staat Israël het Palestijnse volk heeft aangedaan. Wat betreft dat laatste onderwerp heeft hij intensief samengewerkt met de zogenaamde rebellenclub die geprobeerd heeft om de kerkelijke publieke opinie te beinvloeden. 

 

Als schrijver en actievoerder heeft hij dankbaar gebruik gemaakt van de computer. Zijn

kleinkinderen hebben tien jaar geleden tijdens de viering van zijn verjaardag in het Termaathuis een hotmail-adres aangemaakt. Het is het belang-rijkste cadeau geweest dat hij de afgelopen jaren heeft gekregen. Via de mail onderhield hij met een veelheid van mensen contact, stuurde allerlei conceptartikelen rond voor commentaar en was zo gelukkig als een kind toen een stuk van hem op de weblog van Anja Meulenbeld werd geplaatst.

Zijn politieke betrokkenheid heeft hem niet alleen fris gehouden, maar ook richting aan zijn

leven gegeven. Toen ik vier jaar geleden met hem naar de geriater ging, zei hij tegen me: als

de uitslag slecht is, stop ik met mijn artikel en ga ik enveloppen voor de begrafenis schrijven.

Toen de geriater goed nieuws had en we terugliepen zei hij: Wat ben ik gelukkig dat ik nu

mijn artikel af kan maken.

Een dergelijke levenslust dwingt veel bewondering af. Maar zijn hang naar politieke actie had

ook een keerzijde. Als je hem opbelde om een afspraak te maken, moest je niet verbaasd zijn

als hij vroeg: “Kan het over drie weken? Mijn agenda is nogal vol vanwege de  politieke

situatie in Israel.” Ja, streven naar gerechtigheid laat zich kennelijk niet altijd zo gemakkelijk

combineren met het vaderschap.

 

Afgezien van een publiek figuur is onze vader ook jarenlang predikant in hart en nieren geweest. Het was een late roeping. Als jongeman had hij veel kritiek op de geslotenheid en het dogmatisme van de gereformeerde kerk. Gedurende de Tweede Wereldoorlog is hij  actief betrokken geweest bij het verzet  en ontdekte hij hoezeer het geloof kan helpen om goed en kwaad te onderscheiden. In die jaren heeft hij een rechtvaardigheidsgevoel ontwikkeld dat de rest van zijn leven als een belangrijk kompas heeft gefungeerd. 

 

Dat scherpe rechtvaardigheidskompas combineerde hij altijd met een grote mate van

vroomheid. Tot de laatste dagen van zijn leven las hij elke dag de Bijbel en beleefde hij veel

steun aan het gebed. Het is dan ook niet zo vreemd dat hij jarenlang niet alleen actievoerder,

maar ook predikant is geweest. Als predikant heeft Johan vooral met erg veel plezier als

geestelijk verzorger in twee verpleegtehuizen gewerkt in Rotterdam-Noord. Ik heb destijds

wel eens bij een kerkdienst gezeten met demente bejaarden. Hij had een bijzondere gave om

door te dringen in de belevingswereld van deze mensen. 

In zijn boek ‘Kleur bekennen’ schrijft hij dat het zijn kostbaarste jaren waren. Ik zal U de pagina-nummers  waar U dat kunt vinden, besparen. Toen ik hem recentelijk vroeg waarom hij dat zo ervaren had, gaf hij een verrassend antwoord: “je krijgt zoveel vertrouwen van die mensen. Achteraf heb ik pas beseft dat hij misschien bij demente bejaarden zich zo op zijn gemak voelde omdat hij in die setting werd gedwongen om het over de eenvoudige en meest basale dingen des levens te hebben.” Bijzonder dat hij uiteindelijk juist die gesprekken als rijker ervaren heeft dan bijvoorbeeld zijn jaren aan de Wereldraad van Kerken in Genève.

En hoe was onze vader als familieman? Zolang onze moeder gezond was, vertrouwde hij haar

het dagelijks reilen en zeilen van het gezin toe. In die jaren heeft hij nagenoeg niets in het  huis-houden gedaan, omdat hij zo onhandig was. Die twee linkerhanden sloten overigens ook wel aan bij de traditionele rolverdeling die Johan als vanzelfsprekend beschouwde. 

Achteraf hebben we ons wel eens afgevraagd of hij nu echt twee linkerhanden had. Na het

overlijden van Corry heeft hij zich ontwikkeld tot een redelijk verdienstelijke huisman die

gewoon zijn eigen WC schoonmaakte en eten kookte als hij bezoek kreeg. Zijn gebraden 

kippenpootjes waren legendarisch.  

Ook als vader heeft hij lange tijd een zekere onhandigheid gehad. Misschien hing het samen

met het feit dat zijn eigen vader overleed toen Johan drie was en hij dus zelf nooit een

vaderfiguur  heeft gehad waar hij zich aan kon spiegelen. Verder was hij typisch iemand die

veel met zijn neus in de boeken zat. Zo hadden wij

 

in Tiberias de gewoonte om op zondagmiddag een spel te doen. Johan verstopte zich in onze enorme achtertuin, ongeveer twee voetbalvelden groot, en wij moesten hem zoeken. Ik herinner me dat we hem na een eeuwigheid zoeken vonden op het platte dak van ons huis. Hij had zich daar verschanst met een stapel boeken. De enige ladder die we in huis hadden, lag naast hem op het dak.

In de afgelopen jaren heeft hij oprecht geprobeerd om het tekort aan aandacht goed te maken

door zich in te spannen voor een goede relatie, ook met zijn kleinkinderen. Zo stuurde hij op

een gegeven moment een emailtje naar alle kleinkinderen met de tekst: “Kleur Bekennen is nu

al weer tien jaar oud. Zijn er onderwerpen uit mijn leven die ik in dat boek niet aangeroerd

heb en waar jullie nieuwsgierig naar zijn?” Het leverde een stortvloed aan creatieve ideeën op,

variërend van: hoe ging u vroeger met verliefdheid om, tot: is het gemakkelijk om op later leeftijd te leren koken? Kleur Bekennen deel 2 is er niet van gekomen.

Onze vader en grootvader is er niet meer. En dus ook niet meer de vele verhalen van vroeger,

zijn politieke betrokkenheid en zijn eigenzinnige karakter. Het zal voor ons, voor zijn broer en

zus en de rest van de familie vreemd zijn dat hij er echt niet meer is. We zullen zijn naam

ongetwijfeld nog wel eens tegen komen als iemand uit kerkelijk-politieke kring vertelt over

het charisma waarmee die iele, gereformeerde man op zijn 90ste nog een gloedvol betoog kon

houden. Zijn overlijden is een verlies voor de Palestijnen en wellicht een opluchting voor

sommige Israëliers. Maar ze zijn nog niet van Johan af. 

Ten eerste heeft een aantal mensen digitale exemplaren van zijn boeken ontvangen met het

dringende verzoek om die naar degenen toe te sturen die onterechte dingen roepen over de rol

van de Kerken in de Tweede Wereldoorlog ten aanzien van de jodenvervolging. 

Ten tweede heeft Johan zich voorgenomen om in de hemel te overleggen met een engel wat

hij vandaar uit kan doen om de Palestijnen te ondersteunen. De joodse kolonisten in de

bezette gebieden kunnen dus ook na vandaag wat Johan betreft niet rustig slapen.  

voorganger ds van Helden

Ballingschap – een typering voor het leven uit Psalm 126; als een balling die thuiskomt – zo zingen we dit lied in gedachtenis aan Johan:
 Zingen: nr. 43 uit de bundel Tussentijds: Als God ons thuisbrengt uit onze ballingschap.
 Eerst een kort gebed om een zegen:
“Heer, onze God, wees met ons in dit uur van
gedenken. Zegen onze gevoelens, ook de gemengde, onze herinneringen, ook de minder fijne, zegen al onze gedachten met uw licht en met uw Geest. In Jezus’
Naam. Amen.”

 Schriftlezingen: Psalm 46 Micha 6: 8 Fillippenzen 4: 4 – 7

 zingen: Gez. 44: 1, 2, 3.

 

Overdenking op volgende pagina